Een Nederlandse rechtbank heeft gisteren bepaald dat de Nederlandse beschieting van een wooncomplex in de Afghaanse provincie Uruzgan in juni 2007 – waarbij 50 tot 80 burgers omkwamen – onrechtmatig was en dat Nederland de slachtoffers schadeloos moet stellen.
De Nederlandse staat voerde in de zaak aan dat het bombardement niet onrechtmatig was omdat de Taliban het wooncomplex voor militaire doeleinden hadden gebruikt. Maar de Haagse rechtbank oordeelde dat de staat onvoldoende duidelijk had gemaakt waarop de aanval was gebaseerd. Tevens oordeel de rechtbank dat de strijdkrachten wisten dat er burgers woonden in de huizen die onder vuur waren genomen.
In een interview met een Nederlandse militair, dat in 2020 in Trouw werd gepubliceerd, werden vragen gesteld over de aanvallen op burgergebouwen door Nederlandse gevechtsvliegtuigen. Naar aanleiding van die reconstructie, waarin de legitimiteit van de aanval in twijfel werd getrokken, heeft het Nederlandse ministerie van Defensie het Openbaar Ministerie gevraagd een onderzoek in te stellen naar het betreffende bombardement van juni 2007.
Het oordeel van de rechter naar aanleiding van dat onderzoek ligt er nu dus. De hoogte van de schadevergoeding voor de slachtoffers zal later worden vastgesteld, aldus de rechtbank.
Decennialang hebben verschillende staten het islamitische land gebombardeerd, binnengevallen en gepoogd te bezetten. De laatste Amerikaanse troepen vertrokken vorig jaar zomer.
Lees ook deze artikelen over Rechtbank
Foutief uitgewerkte afluisteropnames in terrorisme-zaak
In september 2021 werden 9 mannen uit Eindhoven gearresteerd op verdenking van het voorbereiden van een terroristische aanslag.