Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond krijgen nog altijd minder kansen op de arbeidsmarkt. In het eerste kwartaal van 2021 had 69,5 procent van de arbeidsgerechtigden zonder migratieachtergrond een baan.
Bij de groep met niet-westerse migratieachtergrond ligt dat percentage 7% lager op 62,4 procent.
Docent Amin Asad vertelt over zijn ervaring. Samen met zijn broers en ouders vluchtte hij ruim dertig jaar geleden uit Irak, waar hij over schrijft in zijn boek Alles voor jullie. Inmiddels is Asad een geliefde docent recht, onder meer op de Hogeschool Utrecht. Daar werd hij dit jaar zelfs uitgeroepen tot Docent van het Jaar.
Hij heeft altijd harder moeten werken dan zijn leeftijdsgenoten zonder migratieachtergrond, vertelt hij. ,,Dat begon al op de basisschool.’’ Veel hulp kreeg Asad niet van zijn ouders bij zijn schoolwerk, ze spraken de taal immers niet. ,,Ik had meer in mijn mars, maar mijn meester wilde me voor de zekerheid toch een mavo-advies geven. Daar hebben we gelukkig mavo-havo van kunnen maken, maar het was nog steeds een onderadvisering.”
Asad haalt hele hoge cijfers op de middelbare school en mag doorstromen naar het vwo. Daarna gaat hij rechten studeren. Hij slaagt voor zijn opleiding met vlag en wimpel, maar wordt niet met open armen onthaald op de arbeidsmarkt. ,,Ik wilde graag advocaat worden, maar bij elke sollicitatie kreeg ik te horen:
‘Sorry, maar je past niet binnen het profiel’.” Als test stuurt Asad dezelfde brief onder de naam ‘Arjan de Leeuw’. “Asad betekent leeuw en Arjan lijkt een beetje op Amin, dus de ‘Nederlandse’ versie van mijn naam. Toen ik die brief stuurde werd ik ineens wél uitgenodigd. Dat deed enorm pijn.”
Amin zegt dat we het probleem moeten blijven onderkennen. “Ik maak van dichtbij mee dat sommige leerlingen tien keer meer brieven moeten schrijven voor een stage dan hun klasgenoten met een Nederlands klinkende naam.”
“Ik probeer hen mee te geven: dit is inderdaad een probleem, maar blijf in jezelf geloven. Je bent het waard.”
Zelf heeft Asad nooit opgegeven. Maar dat heeft volgens hem heel erg met de situatie te maken waar zijn familie uitkwam. ,,Mijn familie heeft alles achtergelaten voor een betere en veilige toekomst. Ik voelde me sowieso gezegend met wat ik wel had, ook al liep ik tegen grotere uitdagingen aan. Ik wil studenten laten zien dat ze nog steeds opties hebben als ze afgewezen worden. En ik vraag hen ook: wil je überhaupt wel bij een werkgever werken die je niet ziet staan?”
Dit artikel is gebaseerd op een interview in BN De Stem.