Vandaag is Israël gestart met opnieuw een grootschalige militaire (moord)operatie in de noordelijke delen van de bezette Westelijke Jordaanoever.
Deze operatie – volgens verschillende Israëlische media de gewelddadigste sinds “Defensive Shield” (een operatie uit 2002) – richt zich expliciet op de vluchtelingenkampen van Jenin, Tulkarm en Tubas.
Tot nu toe zijn er al minimaal 10 Palestijnen gedood en tientallen anderen gewond geraakt. De Israëlische troepen vernietigden ondertussen reeds de daar aanwezige infrastructuur en arresteerden talloze burgers.
Het Israëlische bezettingsleger, dat duizenden troepen heeft ingezet – inclusief elite-eenheden – voert deze operatie uit onder het voorwendsel van “het behalen van veiligheidsdoelen”. Verschillende mensenrechtenorganisaties vrezen echter dat het een intensivering is van de etnische zuiveringen en verdere onderdrukking van de toch al volledig gemarginaliseerde Palestijnse bevolking.
Internationale reacties blijven helaas nog grotendeels uit. Dit valt vooral op bij islamitische landen – die veelal grote woorden gebruiken maar in praktijk niets doen om de Palestijnen te helpen – én bij de Europese landen – die hun mond vol hebben van mensenrechten maar structureel wegkijken bij de misdaden gepleegd door Israël.