De Nederlandse Moslimdenktank (NMD) heeft in 2021 uitgebreid onderzoek gedaan naar de mentale gezondheid van Nederlandse moslims. Hieruit blijkt dat zij problemen ervaren bij het verkrijgen van de juiste zorg.
Het CBS stelde begin vorig jaar al dat het psychisch welbevinden van de Nederlanders zich sowieso op een nieuw dieptepunt bevindt. Moslims lijken daarbij ook nog eens minder makkelijk de weg naar de zorg te vinden.
Wat kan meespelen – vooral bij de oudere generatie – is dat zij niet goed kunnen verwoorden op welke manier ze geestelijke hulp nodig hebben. Ook speelt de negatieve beeldvorming mee, het idee dat je toch niet ‘gek’ bent.
Volgens de islamitische psychologen in het rapport speelt daarnaast de persoonlijke beleving van religie een rol.
Uit eerder onderzoeken naar de relatie tussen psychische klachten en religie blijkt dat onveilige gehechtheid aan God samengaat met meer depressieve klachten en angstklachten. Een mediërende factor hierbij lijkt de mate van zelfcompassie die iemand heeft.
Naar mate mensen meer angst en vermijding ervaren richting God, zijn ze minder goed in staat tot zelfcompassie. En deze verminderde zelfcompassie maakt hen kwetsbaarder voor depressieve en angstige gevoelens. Een compassievol godsbeeld waarin men gelooft in een compassievolle God en niet alleen een straffende God, lijkt daarom een beschermende factor te zijn voor psychische klachten.
Als je dan ook nog denkt dat praten over je geestelijke problemen wordt gezien als klagen en een teken van ondankbaarheid richting God én je omgeving jouw psychische problemen ziet als een gebrek aan imaan (geloof), wordt het bespreekbaar maken van mentale problemen best wel een uitdaging.
Het taboe op “het niet goed doen” en de invloed van een schaamte-en eercultuur speelt ook mee
Het perfectionisme dat daar mee samengaat, zorgt voor een angst om niet af te willen wijken van de norm en daarmee tot het bagatelliseren van problemen.
De zorgverleners zijn vaak niet voldoende op de hoogte van de culturele en religieuze achtergrond van de moslims die hulp zoeken. Terwijl begrip voor de situatie en een echt luisterend oor de basis zijn voor effectieve zorg. Veel moslims zijn bang om niet begrepen te worden en merken dat, als ze dan in behandeling gaan, er een taboe is op spiritualiteit en dat de zorgverlener niet bekend is met religieuze begrippen zoals het boze oog en het ‘ongeziene’.
Tel daarbij op dat je bij de GGZ meestal maanden moet wachten voordat je een intake krijgt. Het zorgstelsel is daarnaast ingericht op zorgminuten en dat heeft als nadeel dat er bij complexe problematiek wordt behandeld op basis van klachten – begrijpen – handelen. Daardoor komen de sociale en psychologische kant van de problemen, die ook belangrijk zijn in het proces van genezing, niet aan bod. Terwijl juist zij die kampen met multi-problematiek behoefte hebben aan een langer traject.
Dit alles zorgt ervoor dat de lijdensdruk bij patiënten aanhoudt, het aantal klachten toeneemt en het steeds langer duurt om goede zorg te vinden. Terwijl het voor ieder mens belangrijk is om een gezonde geest te hebben. Je functioneert beter in je eigen leven en die van je gezin en familie. Plus de maatschappij als geheel wordt weerbaarder en mentaal gezonder.
Er is een grote behoefte aan cultuur-overstijgend werken. Dat wil zeggen dat een behandelaar tijdens de behandeling ook gebruik maakt van de bestaande netwerken en religieuze omgeving van de patient.
De mentale zorg voor moslims zou holistischer kunnen zijn.
De zorgexperts die in het rapport aan het woord komen, benoemen verder dat bij de diagnoses binnen de zorg er teveel nadruk ligt op het benoemen van ziektes en aandoeningen in plaats van te kijken naar de kracht die mensen ook in zich hebben. Het model voor de westerse psychologie lijkt soms moeilijk te verzoenen met een islamitische visie van ‘de mens’.
Het is belangrijk dat moslimpatienten zich moeten durven open stellen zonder het gevoel te krijgen dat ze voor gek worden verklaard door hun behandelaar.
Bij moslimpatiënten is het ‘waarom’ anders, met andere soorten persoonlijke geschiedenissen en (onverwerkte) trauma’s. Daarnaast is er vaak sprake van een laag zelfbeeld, gebrek aan assertiviteit en overbelasting. Bovendien wordt er uit verdraagzaamheid langer met klachten doorgelopen, met alle gevolgen vandien.
De conclusie van het rapport is dat Nederlandse moslims een reeks aan problemen ervaren op het gebied van mentale zorg. Er is weinig aandacht voor en er wordt (nog) niet gewerkt aan structurele oplossingen.
De Nederlandse Moslimdenktank deed ook een enquête onder 53 moslims met ervaringen in de geestelijke gezondheidszorg.
Daaruit blijkt dat bijna 80% van de respondenten de kwaliteit van de huidige zorg een score van 3 of lager geeft op een schaal van 5.
Er is sprake van onwetendheid bij zowel de patiënten als de zorgverleners. Het rapport was vorig jaar de basis voor het jaarlijkse innovatielab van de Nederlandse Moslimdenktank. Daarin werkten teams van studenten en jonge professionals, onder begeleiding van experts, aan praktische oplossingen om de mentale zorg voor Nederlandse moslims te verbeteren.